blogpost 59, 08-JUN 2025, Reijer Staats

Delen doet helen!

Johan en Reijer bij La Bonita in Almuñécar. Johan kijkt lachend in de camera, Reijer kijkt uit over de oranjegekleurde zeehorizon.
“Vriend, ik miste iets,” appt een Haagsche amigo, nadat hij mijn laatste blogpost heeft gelezen. “Ik denk toch de wijn. Deze keer voelde ik niet de romantiek, het las meer als een ansichtkaart. Maar toch hou ik van je.” En opeens verschijnt Jaap op mijn netvlies – een mentor van vroeger, grijze stoppels in het gezicht, vriendelijke ogen kijken me aan vanachter zijn therapeutische bril. Ik hoor zijn stem.

Ik hang een oeverloos verhaal op, terwijl Jaap zwijgend een denkbeeldige draad tussen zijn vingers spant. “Wat hiervan is de rode draad?”

Terwijl ik blijf draaien om de hete brij, pakt Jaap de draad weer op. Hij haalt hem door een denkbeeldige naald en beweegt die op en neer langs zijn arm. “En wíe probeer jij nu precies wát op de mouw te spelden?”

Toen ik mijn ontboezemingen ook buiten onze vertrouwelijke gesprekken begon te delen, en aan Jaap enthousiast vertelde over de reacties daarop, zei hij: “En dát, Reijer, heet de universaliteit van het probleem: delen doet helen!”

De uitspraken van Jaap... ik zou er een bundeltje van kunnen maken.

De lagune bij Punta Umbría (Huelva) met visserboten aan de oever en op het water. Een eenzame roeier vaart onder de volle meimaan, die al hoog aan de hemel staat.
Het blauwe Belle Époque-gebouw met een ronde toren aan een plein met marmeren bestrating in Huelva. Op de foto is alleen de hoek met de toren zichtbaar, samen met een palmboom en een blauwe lucht met lichte wolkjes.
Leeg plein in Huelva met de imposante kathedraal, een ooievaarsnest op één van de torens en een enkele palmboom aan de zijkant.

Pura Huelva

Johan en ik hebben onszelf getrakteerd op een citytrip en dwalen door Huelva, de hoofdstad van de gelijknamige Andalusische provincie aan de Atlantische kust. Vlakbij de Portugese grens en omsloten door lagunes en natuur. Wat een kleurrijke stad! Belle époque architectuur en brutalisme wisselen elkaar af. In de parken bloeien de jacaranda’s paars en de rozen rood. Muren zijn beplakt met retro-affiches van stierengevechten en lokaal gebrouwen bier. De marmeren calles en plazas liggen er verlaten bij.

Pas wanneer de klokken slaan, snappen we waarom wij als enigen onder de hoge palmbomen liepen. Uit de kerk verschijnen niños en niñas in kostuum of matrozenpak en witte jurkjes. Het gegil van de kinderen weerkaatst tegen de gevels en een wolk van haarspray en zware zoete parfum, die rond de volwassenen hangt, vult ineens de straten. Duidelijk: het is die ene zaterdag in mei, de dag van de Eerste Communie.

Net zoals Philips in Eindhoven duidelijk zijn stempel drukte, deed hier het Britse mijnbouwbedrijf The Rio Tinto Company dat ook als grote lokale werkgever vanaf einde 19e eeuw. We slenteren door een arbeiderswijk in Victoriaanse stijl, bekijken een pier van ijzer, geïnspireerd op de Eiffeltoren, en leggen een voormalig koloniaal Grand Hotel vast, ooit gebouwd voor zakenrelaties en investeerders. We hebben genoeg foto’s geschoten, zijn wel klaar met de architectuur en staan inmiddels ik-weet-niet-waar.

Het is lunchtijd!

Onze hoofden buigen zich over de telefoons. Kibbelend over waarheen en hoe, navigeren Johan en ik naar de traditionele keuken van Huelva. Die vinden we op een half uur lopen, hartje stad. Bij Pura Huelva op het terras bestellen we raciones para compartir: paté van pistaches met mangocompote, artisjokharten met romescosaus en roerei met eekhoorntjesbrood en een crème van tamme kastanje. Verrukkelijk!

Vanuit het rumoer van het bomvolle restaurant komt de serveerster het terras weer opgelopen. In haar handen een bord met een enorme inktvisarm. Johan trekt een grimas. Ik schud mijn hoofd: “No, no, para nosotros no.” Nadat deze pulpo nog een tweede keer is aangeboden, ontstaat er een discussie onder het bedienend personeel en komt degene die de bestelling opnam verhaal halen bij onze tafel.

In mijn geheugen zie ik mijn vinger weer over de menukaart glijden en linksonder stoppen bij pulled pork, en ik hoor het haar nog bevestigen: “PULL PO,” alsof er iets mankeerde aan haar Engelse uitspraak.

Johan rolt met zijn ogen, hij ziet me langzaam rood aanlopen.

Wachtend op het alternatief voor de teruggestuurde pulpo, is het bij Pura Huelva een komen en gaan van excentrieke gasten van de communieviering. Bij de señoras lijkt hier het broekpak hip: van knalrood, blouzend met wespentaille en een groot wit Adidas-logo op de achterzijde, tot een ruimvallend zebrapak of een Pierrot-outfit boven gifgroene plateauzolen. Het schoeisel maakt haar een kop groter dan haar vriendje: type Jody Bernal met gouden ketting en overhemd dat net te ver openstaat. “Que sí, que no, …, ” ja, hij zou zich ieder moment kunnen omdraaien en het inzetten.

De matrozenpakken zitten inmiddels onder de etensvlekken, grasvegen en modder. Ook de jurkjes zijn allang niet meer zo wit. De kinderkoppies zijn verhit van de suiker en van het spelen, of hangen compleet ingestort over de schoot van vader.

Paarden en veulens grazen vredig langs het moerasland bij El Rocío. Een vlak landschap met groene weilanden, blauwe lucht en bomen in de verte, doet denken aan Nederland.
De toren van de belangrijkste kerk in El Rocío met kerkklokken en een kruis, waarbij de zon erachter schijnt. De gevel is versierd met stijlvolle blauwe ornamenten en blauw keramiek.
Een lege zandstraat in El Rocío met western-achtige gebouwen, paardenhekken en oude lantaarns. Alles oogt uitgestorven en stil.

Huelva! We hebben genoten van de stad, van de Atlántico en van de enorme navelina’s uit de boomgaard van Pedro, onze Airbnb-host. Na onze citytrip maken we een detour door Nationaal Park Doñana en het merkwaardige stadje El Rocío:

Een enkele flamingo en lepelaar. Héél erg veel vogelgeluiden. Paarden met veulentjes. Moerasland in het zuiden van Andalusië dat, eerlijk gezegd, ook een beetje Nederlands aan doet. Straten en pleinen met een stoffig sfeertje, witte (western)gebouwen, kerken en kapellen en sierlijke keramische bouwornamenten. De infrastructuur is duidelijk ingericht op de honderdduizenden pelgrims die straks voor de Romería komen. Maar nu: slechts één te dikke caballero te paard, vast de dienstdoende sheriff van het stadje, veel geparkeerd blik, de eerste glimmende touringcars die arriveren, en lege terrassen en souvenirwinkels. Bijzonder om gezien te hebben, maar dit wordt niet de lunchplek vandaag. Snel rijden we terug naar Almuñécar.

Huelva is alweer een herinnering.

En ik merk dat mijn gedachten een andere kant op gaan.

Beatrix Cramer op haar 70ste verjaardag, sprankelend en jeugdig lachend.

Delen doet helen

Het is voorjaar. De geboortedagen van mijn overleden vader, moeder en zus, én de sterfdagen van mijn ouders vallen allemaal in de periode van één maand. Er zit me iets in de weg en ik merk dat ik het liever niet voel. Op de momenten alleen, wandelend langs het strand, op een rots de horizon afspeurend naar dolfijnen of mijmerend onder de volle maan, dwalen mijn gedachten er toch naartoe.

Er ontstaat een verhaal. Eerst in mijn hoofd, dan op papier. Ik deel het hier.

70 lentes jong, een spetterend diner. Op 25 mei zou ze 80 zijn geworden. Dat had ze makkelijk gehaald, en nog tien erbij: gezond van lijf en leden, en met zin.

Twee jaar geleden stapte ze uit het leven.

Mijn knappe moeder: meestal jeugdig, sprankelend, gedisciplineerd, actief en geïnteresseerd. Soms moe, somber en met weinig empathie. Ze was gediagnosticeerd met een bipolaire stoornis, maar dankzij medicatie al decennialang op een stabiel spoor.

In september 2022 zong Jaap Reesema Grijs bij Beste Zangers. Het raakte me. Ik besefte dat ik rouwde, om het verlies van mijn moeder, die er nog was. Na het overlijden van mijn zus stopte ze met medicatie. Haar gedrag veranderde. Ze dreef mensen weg. Eerst mij. Ons leuke en intensieve moeder-zooncontact kwam abrupt ten einde. En als een olievlek veel andere, voor haar betekenisvolle, relaties.

Een bipolaire stoornis: de patiënt lijdt eraan, ook de omgeving lijdt eronder.

Ik trok aan de bel bij de GGZ. Mijn signalen genegeerd. Mijn hulpvraag onbeantwoord. Zelfs rond haar opname met dwangmedicatie vanwege een psychose werd ik niet geïnformeerd. "Waarom?" "Tja," antwoordde haar sociaal verpleegkundige, "dat wil uw moeder niet."

Rond haar eigen verjaardag (de dag voor mijn zus' geboortedag) mocht ze met ontslag. Na dat pinksterweekend meldde mijn moeder zich niet meer bij de GGZ.

Ring, ring, ring...

De empathische stem van de GGZ-directeur volgde: "Hoe gaat het met u? Wij bellen altijd met de nabestaanden wanneer een cliënt suïcide pleegt."

De tijd glijdt voorbij. Al twee jaar zonder haar. En als je me vraagt: hoe gaat het nu? "Goed!" roep ik opgewekt. Maar in mij spreekt een stem: "Ik verlang weer naar mijn moeders beeld." Het is afgebrokkeld in dat klotejaar.

Vaak herken ik in mezelf haar trekken. En plak daar meteen labels op. Haar foto op mijn netvlies? Snel kijk ik weg. Herinneringen die verschijnen gaan direct van voor- naar achtergrond.

Toch zit jij in mij. En ben ik van jou. Er is werk te doen om daar weer oké mee te zijn.

Gefeliciteerd, lieve mama, met je tachtigste verjaardag.

Op een dag zet ik je foto weer neer.

Victoria Macías Costela, flamencodanseres, dansend in Restaurante La Traviesa met een intense blik naar beneden en armen in een open, ontvangende pose.
Victoria Macías Costela, flamencodanseres in een rood-zwarte jurk met zwarte polka dots, dansend in Restaurante La Traviesa. Ze kijkt en wijst omhoog, terwijl op de achtergrond de gitarist speelt.
Victoria Macías Costela, flamencodanseres in een rood-zwarte jurk met zwarte polka dots, vastgelegd in een krachtige dansbeweging met vloeiende armbewegingen, dansend in Restaurante La Traviesa

Koosje Veenendaal

Voor flamenco op de maandagavond schuiven we natuurlijk aan bij Restaurante La Traviesa in Salobreña, samen met vrienden Jacqueline en Edwin, van wie ook de foto’s hierboven zijn. We stelden ons een dinershow voor, waren er zelf nog nooit geweest, maar tippen onze gasten altijd en die zijn zonder uitzondering positief. De zweetdruppels rollen over het gezicht van de danseres, de rode roos in haar haar valt er bijna uit, en het liefst zou ik opstaan om het bungelende ding terug te steken. Wellicht is het haar temperamentvolle blik die me tegenhoudt. Wat mooi om dit in zo’n kleine setting mee te maken!

Zucht. Alleen die karikaturale Franstalige tafel met zestigers tussen ons en de flamenco. Het gesprek gaat er ongegeneerd door. “Sssst,” klinkt het telkens vanuit het restaurant.

Ons hoofdgerecht verdwijnt achter de kiezen, de danseres komt even op adem, ik draai mijn stoel, schuif aan en maak weer contact met mijn tafelgenoten. Ook hier enige ergernis, vooral over de dominante Française op het hoekje. Johan heeft duidelijk zichtbaar binnenpret, hij zal wel weer iets gezien of gehoord hebben en een associatie of fantasiebeeld hebben. Glunderend laat hij zijn telefoon rondgaan aan onze tafel; op het scherm een tv-typetje uit zijn jeugd, dus uit de oude doos. “Nou, nu kan ik echt niet meer normaal naar dat mens kijken!” verlaat zijn mond.

Het is Koosje op het scherm, één van de zusjes Jet en Koosje Veenendaal, typetjes van Van Kooten en De Bie. En ja hoor inderdaad, daar zit ze gewoon, aan de tafel naast ons, met hetzelfde ouderwetse grijze kapsel: een rechte pony en de rest achter de oren met speldjes. Platte bril en breed gebit. Pezig, dominant, wijsneuzerig en iets té aanwezig, waarschijnlijk zonder er zelf erg in te hebben.

Tijdens de segunda parte van de flamenco wordt Koosje op de voorgrond onbedoeld vastgelegd op de foto: hoe ze zich met een zwieper richting de flamenco draait om gul te applaudisseren, en zich meteen weer terugdraait naar haar bord eten. Hoe ze daar haar lange tanden in zet en hoe haar opgestoken, van links naar rechts bewegende wijsvinger bijna onafgebroken aandacht vraagt van het bedienend personeel en haar tafelgenoten.

Soms is het leven gewoon een sketch. Deze avond met Koosje in het middelpunt.

Jet en Koosje Veenendaal. Koosje staat op de voorgrond, dominant pratend, terwijl Jet op de achtergrond naar beneden kijkt. Koosje lijkt opvallend veel op een van de gasten in het restaurant.

Duende

Woensdagavond, 21.00 uur, Casa de la Cultura.

Een tweede flamencovoorstelling in korte tijd, met hetzelfde gezelschap.

Eloísa, de flamboyante voormalige eigenaresse van onze Casa Larimar en al eens voorgesteld in het Spaanse praatje Fernando, vertelt over Pueblo Gitano (Zigeunervolk) en de eeuwenlange Spaanse onderdrukking.

De lokale flamencoschool van Almuñécar verschijnt in vrolijk gekleurde jurken en laat zien hoe 700 jaar geleden voet werd gezet op Spaanse bodem: een danseresje van vijf steelt in het begin de harten, de schooldirectrice schittert in de hoofdrol en de aangrijpende zangstem blijkt van een nog puberende muchacho op een krukje. Op de achtergrond op het podium bewegen zo nu en dan enkele cursisten, duidelijk instromers op leeftijd uit Noord-Europa, wat houterig, telkens net iets te traag en zonder de nodige flair. Ze blijven mijn aandacht trekken en zorgen ervoor dat ik geregeld een lachsalvo moet onderdrukken. En dan, aan het einde van de voorstelling bij de uitgang, pakt een jonge danseres met het syndroom van Down spontaan háár moment met een solo en steelt de show.

Ooohh. Ik voel een kleine kreet in mezelf, gevolgd door de gedachte: wat weinig mannen eigenlijk. Misschien iets voor mij? Ik zoek immers nog een nieuwe hobby in Almuñécar.

Pueblo Gitano gaat verder over gedwongen bekering tot het katholicisme, over onderdrukking en vervolging. Tijdens de Holocaust werden velen gedeporteerd naar Auschwitz en pas recent erkent Spanje de Roma-cultuur als één van de fundamenten van de Spaanse cultuur. Misschien is het deze geschiedenis die maakt dat de OLÉS uit het publiek steeds als ontlading kwamen, als een schokgolf door de zaal: duende, een kracht, een strijd, van binnenuit en vanaf de voetzolen omhoog, zoals dichter Lorca het zo mooi verwoordde.

Het is niet slechts geschiedenis, het verhaal is actueel. In Nederland mag men in oktober weer naar de stembus om vóór verdraagzaamheid te kiezen. Delen doet helen van Jaap blijkt ook nog steeds actueel. Wat heb ik op de post over mijn moeder veel reacties ontvangen. Ze maken wat hard was geworden weer zacht. En al onze Spaanse beslommeringen van de afgelopen maanden, en dat waren er nogal wat, zijn gereduceerd tot slechts sketches.

Hasta luego!

Johan & Reijer

Reijer Staats & Johan Pastoor  |  +31(0)6 - 28 27 1492  |  contact@villa-andalusia.com  |  www.onthaasten.es